Nederlanders hebben nogal een reputatie hoog te houden als het gaat om hun omgang met water. Al zolang we ons kunnen herinneren worden we erdoor bedreigd. Grote overstromingen, de Watersnoodramp; ze hebben ons doen inzien dat het water zich lastig laat temmen, en we slim moeten zijn om ons land veilig te houden. We bouwden de Deltawerken, grote stormvloedkeringen en tal van dijken. Zo houden we ons laaggelegen landje droog, en hoeven we ons een stuk minder zorgen te maken over de dreiging van het water. Water is en blijft echter iets waar je lastig grip op kunt krijgen. Want al bouw je nog zulke mooie dijken, hoeveel water er als regen uit de lucht komt vallen, daar heb je simpelweg geen invloed op.
Meebewegen met het water
Jarenlang hebben we vooral gestreden tegen het water. Wilden we het water te baas worden. Niet zo vreemd, gezien de verwoestingen die water in ons land heeft aangericht, de mensenlevens die verloren zijn gegaan. Tegenwoordig weten we echter dat je de natuur simpelweg niet de baas kunt zijn. De natuur is krachtiger dan wij, onvoorspelbaarder ook. In plaats van ertegen te vechten, kun je je beter een beetje meebewegen. Dat is precies wat we tegenwoordig met water ook steeds meer doen. We geven het de ruimte waar mogelijk, laten bij hoog water aangewezen gebieden overstromen, om te voorkomen dat elders problemen ontstaan. Het water de ruimte geven, we worden er steeds beter in.
Waar laat je het?
Naast water dat van nature aanwezig is in rivieren, meren en de zee, krijgen we ook steeds vaker te maken met water dat in grote hoeveelheden uit de lucht komt vallen. Regen valt in ons land steeds vaker in de vorm van plensbuien, vaak na een periode van droogte. De natuur kan dit water goed gebruiken, maar kan niet zoveel tegelijk verwerken. Bovendien hebben we ons land voor een groot deel zo vol gebouwd, dat het water al snel voor overlast zorgt. Waar het in aarde nog redelijk weg kan zakken, blijft het op tegels en asfalt vooral liggen, of stroomt het naar het laagste punt, met overstromingen als gevolg.
Om die reden vangen we het regenwater meer en meer op. Dat kan gewoon in je eigen tuin, in een regenton, maar ook grotere oplossingen zijn natuurlijk mogelijk. Dit opgevangen water kan vervolgens gebruikt worden op een manier waar de natuur wat aan heeft. Door infiltratie kan het heel geleidelijk de bodem instromen op het moment dat deze droog is. Of je vult je gieter met water uit je regenton, en bewatert er je planten mee in droge tijden. Slimmer omgaan met water, zodat we er minder overlast van ervaren en bovendien drogere periodes beter door kunnen komen: we kunnen het steeds beter.